De nederigheid van Dikke Ik
Geschreven door maxnlWe kennen allemaal wel die mensen die als een zwart gat alle aandacht van hun omgeving opzuigen. Ze etaleren hun kennen en kunnen, hun emoties en hun ervaringen. Ze maken van alles theater, met zichzelf als hoofdrolspeler. Ook in het publieke domein treden ze op, in de gedaante van BN’ers die het erg goed met zichzelf hebben getroffen en ons in hun vreugde daarover laten delen. In talkshows laten ze zich bedelven onder schouderklopjes en praten ze hun bizar hoge salarissen goed.
Ze staan tegenwoordig te boek als Dikke Ikken – met dank aan de bescheiden naamgever Harry Kunneman. Misschien kun je hen echter beter Gulzige Ikken noemen. Achter de dominerende façade gaat veelal innerlijke leegte schuil. Dikdoenerij is soms zelfs een vorm van compensatie. Achter het balts- en pronkgedrag verbergt zich een piepklein, breekbaar ik van gesponnen suiker. Inhaligheid is een gevecht tegen de lintworm van een minderwaardigheidscomplex dat aan iemand knaagt en vreet.
Snobs en betweters
Vervelend, die Dikke Ikken. Vooral als we moeten erkennen dat we het zelf zijn. Maar wat doen we eraan? Misschien kunnen we beginnen met het herwaarderen van de deugd van de nederigheid. Nederigheid is het vermogen om te erkennen dat anderen soms meer dan wij presteren op het gebied van het goede, het ware en het schone. Nederigheid is: een toontje lager zingen en ruimte creëren voor mensen die echt iets voorstellen. En je daardoor laten vervullen.
Nederigheid is geen passieve deugd, geen dweperige bewondering – en zeker geen ‘gewoon’-doenerij. Nederigheid betekent inzet, ambitie en inspanning. Nederig is wie de moeite doet om avonden lang gebogen te zitten over een moeilijk boek. Nederig is wie het geduld opbrengt om vier uur lang te kijken en te luisteren naar Wagner. Nederig is wie volhardt in de worsteling met een impopulair en complex politiek vraagstuk.
Nederige mensen staan vaak te boek als pretentieus en elitair, als snobs en betweters – misschien wel omdat ze leeghoofden te kijk zetten. Maar dat lot is te verkiezen boven de innerlijke leegte van het Dikke Ik.