18 januari 2021

Goed samenleven

Geschreven door Christa Anbeek
Inspiratie Foto: Tim Samuel via Pexels Goed samenleven

Al lang laat ik mij inspireren door  de Joodse filosofe Hannah Arendt. Net voor de Tweede Wereldoorlog vluchtte zij vanuit Duitsland naar Parijs en vandaar naar New York. Zij leefde in uiterst onzekere tijden. Toch staan in haar werk niet donker, onrecht, ongelijkheid, kwaad en dood centraal, maar vreugde om het wonder van leven. Met elke geboorte verschijnt een uniek en kostbaar mens in de wereld, die op grond van dit uniek zijn iets nieuws kan beginnen. Voorwaarde om iets nieuws te kunnen beginnen is: aan elkaar verschijnen, delen wat ons raakt en waarnaar we verlangen – en hier samen gestalte aan geven, in actie komen. Wij kunnen een verschil in deze wereld te maken.

In haar boek Men in Dark Times schrijft Hannah Arendt dat wij zelfs in de meest donkere tijden het recht hebben om enige verlichting te verwachten. ‘Deze verlichting zal minder van theorieën en concepten komen, dan wel van het onzekere, flikkerende en vaak zwakke licht dat sommige mannen en vrouwen, in hun leven en werken onder bijna alle omstandigheden aansteken en uitstralen over de tijd die hen op aarde gegeven is.’

Blauwdruk

De afgelopen weken liet ik mij inspireren door een heel ander soort wetenschapper: de evolutionair socioloog Christakis (1962). Zijn boek Blueprint  gaat over een blauwdruk die alle mensen gemeen hebben omdat deze in onze  genen verankerd is. Hierdoor zijn wij in staat om  goed samen te leven. Hij benoemt een set van acht capaciteiten, waaronder het hebben en een individuele identiteit, liefde, vriendschap, samenwerking, en van elkaar leren. Hij noemt dit de ‘social suite’. In zijn boek, dat bijna 500 pagina’s beslaat, bespreekt hij allerlei voorbeelden die laten zien waar en waarom het fout kan gaan met ons samenleven, maar vooral ook onder welke omstandigheden het goed kan gaan. Onze genetische aanleg om samen te werken speelt daarbij een cruciale rol.

Op de laatste pagina schrijft hij dat wij in staat zijn om grenzeloos de kleinste details van groepen mensen in kaart te brengen, uit te vergroten en verschillen tussen hen te onderstrepen. Maar dit pessimistische gestaar dat mensen van elkaar scheidt, mist een belangrijke onderliggende eenheid en ziet de gedeelde menselijkheid over het hoofd. De evolutionaire sociologie laat zien dat mensen, waar dan ook, genetisch geprogrammeerd zijn om samenlevingen te vormen die vol zijn vol van liefde, vriendschap, samenwerken en leren.

Ontregelende omstandigheden

De afgelopen maanden verkeerde ik niet alleen door de corona-pandemie, maar ook persoonlijk in ontregelende omstandigheden. Mijn zevenjarige kleinzoon Joseph, over wie ik het boek Voor Joseph en zijn broer schreef, kreeg eind augustus een ongeluk. Fietsend naast zijn moeder maakte hij een slingertje. Om zijn evenwicht te herstellen stak hij zijn beentjes uit, recht in het wiel van haar fiets met ernstig beenletsel als gevolg. Twee zware operaties, wekenlang verblijf in het Wilhelmina Kinderziekenhuis, naar huis met een ijzeren frame om en in het been. Een paar weken later een infectie, opnieuw een operatie en ziekenhuisverblijf … al maanden houden de onzekerheid en spanning aan. Zal het allemaal wel goed komen?

Waarom inspireren Christakis en Arendt mij juist nu? Het antwoord is eenvoudig: ik heb ervaren hoe mensen juist in moeilijke tijden lichten kunnen zijn voor elkaar – oftewel: ik heb de social suite die in de genen van homo sapiens verankerd is op talloze wijze aan het werk gezien.

Lichten voor elkaar zijn

Mensen renden uit hun huizen om een uniek en kostbaar kind dat in nood was bij te staan. In het kinderziekenhuis werd door een interdisciplinair  team van specialisten samen gewerkt om een gecompliceerde medische puzzel zo goed mogelijk op te lossen. Dag en nacht mocht zijn moeder bij hem in het ziekenhuis verblijven. Op de afdeling De Papagaai verbleven ouders en kinderen die totale vreemden voor elkaar waren, maar binnen een paar dagen uiterst betrokken raakten op elkaar. De moeder van de jongen die bij Joseph op de kamer lag, maakte mijn dochter op een nacht voorzichtig wakker uit een door de uitputting diepe slaap. ‘Hij heeft je nodig,’ fluisterde ze zachtjes. ‘Hij kreunt al een tijdje van de pijn.’ Cliniclowns zorgden voor een lach, dwars door tranen heen. Door de corona-maatregelen mocht per kind maar één bezoeker per dag worden toegelaten, voor dieren gold dit echter niet. Op woensdagmiddag was er het dierencircus: kippen, konijnen, ratten, muizen en cavia’s zaten bij de kinderen op schoot en lieten zich aaien en knuffelen. Op school en de naschoolse opvang was de geschoktheid en betrokkenheid groot, juffen, meesters, ouders, vrienden en vriendinnen  stuurden kaarten en maakten samen knutselwerken. Al maandenlang houdt deze betrokkenheid aan …

Wij zijn als het erop aan komt tot goed samenleven in staat. Liefde, compassie, vriendschap en samenwerking zijn in onze genen verankerd. Wij zijn in vele opzichten verschillend, maar op een fundamenteler niveau lijken we op elkaar. Graag eindig met de woorden waarmee Christakis zijn boek afsluit: The arc of our evolutionary history is long. But it bends toward goodness.

Deze column is in verkorte vorm uitgesproken in het programma ‘Jacobine op 2’ op 17 januari 2021

 

Over Christa Anbeek

Christa Anbeek

Christa is bijzonder hoogleraar Remonstrantse theologie aan de Vrije Universiteit.

Gerelateerd